h1

Ondertussen in de plaatselijke kebabzaak

februari 4, 2008

“Aaahhh, juffrouwke, komt ge ook een lekker kebabske eten?” “Welkom, welkom” 

 -klant die wat te diep in het glas gekeken heeft-

“Jaaa, onze Turkse vriend maakt lekkere kebabskes hee”

“Ja, meneer, inderdaad”

Ik , kijkend in de touroperatorboekskes voor Turkije tegen de kebabzaakbaas,: ” Kan u mij een regio aanraden die niet te duur is en waar het tof is voor kinderen? En natuurlijk ook lekker eten!”

“Ja hoor, die regio -wijzend op een kaart- is erg leuk” -antwoordde de man in -trouwens- perfect Nederlands

“Dank u meneer, ik zal dan eens op het internet zoeken”

De dronken klant die het gesprek wel interessant vond: ” ik, ik heb gene computer, en ook gene gsm. Ik hoef dat allemaal niet.”

Ik, begrijpend:  “Dat is uw goed recht. Als ge dat niet wilt, dan kan dat. Iedereen doet daar toch zijn eigen goesting mee” 

“Maar juffrouwke, gij hebt zo schattige kroezelhaarkes”

Ik: ” Ik heb heel de dag thuis hard gewerkt en heb nog gene tijd gehad om ze fatsoenlijk te kammen”

“Gij zijt zeker een verpleegsterke”

“Nee, meneer”

“Of ge doet iets met computers”

“Nee niet echt, maar ja, allez ja, iets in dieje aard” (als ik moest uitleggen wat ik deed dan waren we vertrokken voor een uur)

Ondertussen komt er meer volk binnen en besef ik dat we raar worden aangekeken

De kebabzaakbaas: “Uw bestelling is klaar, mevrouw. En hier, ik heb de namen opgeschreven van de leuke regio’s voor familiereizen in Turkije. Hier, pak een Turks snoepke. En wat lekstokskes voor uw kinnekes -ondertussen lekstokken proppend in mijn handtas-.

“Maar ik heb nog geen kinnekes. Niet erg, ik geef ze wel aan de kinnekes van mijn zus”

De dronken man: “Ik heb wel kinnekes -wijzend naar zijn sikske-”

Ik al wrijvend op mijn kin: “huhh, heb ik hier iets hangen?”

De dronken man: “Hahahaha, nee nee, kin-kinnekes, snapt ge hem?”

Al lachend loop ik naar buiten, aangestaard door alle andere mensen

Thuis gekomen, vraagt mijn lief waar ik zolang heb uitgehangen

“Oh, gezellig onderonsje gehad in de kebabzaak. Ene meneer had wel wat teveel gedronken, maar hij was wel heel vriendelijk.”

“Ge bedoelt toch niet die beer van een kerel met een sikske?”

“Ja, die was het”

“Dat is Marc en iedereen kent Marc in Opwijk. Marc heeft nog ooit in het vreemdelingenlegioen gezeten. Pas daar maar mee op. Gevaarlijke man. Heeft een andere identiteit gekregen.”

“Cool! Boeiend! Volgende keer ga ik er eens dieper op ingaan, want van die personen vind ik erg intrigerend. Wat drijft ze? Wat boeit ze?”

“Lieveke, ge zijt Jambers niet. En ik zeg het u, die type is ne speciale, als ge niet oppast, dan wordt ie kwaad.”

“Dat maakt toch niet uit, ik vind het leven van mensen die erg anders dan ik zijn erg boeiend, dat weet ge toch? En ik ben een vrouw, mij doet die toch niks”

“In hemelsnaam, wat moet ik toch met u aanvangen?”

hihi

Plaats een reactie